Als je van woorden houdt, zijn langere woorden dan beter dan kortere? Hoe groter het woord hoe beter? Soms. Bij het taalspel woordverlenger wel. Bij deze versie (ja, er zijn ook andere versies, zie de link verderop) begin je met iets heel korts, een enkele klinker die je als uitroep zou kunnen gebruiken, en voeg je steeds een letter toe. Dat mag niet zomaar, de toe te voegen letter moet of vooraan of achteraan komen te staan. In het plaatje hierboven kom je van A! naar pasta. Van A! naar spast had ook gekund, maar dat is sociaal minder acceptabel.
Zo kan je ook van o naar pompten komen. O -> om -> pom -> pomp -> pompt -> pompte -> pompten.
Als spel is het prima met een grote groep en een schrijfbord te spelen. Wie een woord weet mag het roepen (al dan niet na het opsteken van vingers en het krijgen van een beurt), en als het klopt kan het opgeschreven worden. Maar als individuele opdracht aan taalvirtuozen kan het ook. Kijk eens hoever je kunt komen vanaf I. Of vanaf U.

Er is ook een terugweg mogelijk, met een woordverkorter. Zou het lukken om van spitst naar I te komen?

Dit spel is de wat moeilijkere versie van deze woordverlenger, waarbij je overal letters toe mag voegen, en de letters ook mag husselen.