In de theaterversie van “de Rocky horror picture show” speelde een acteur op weg naar wereldroem een boom. Dat was het enige dat hij moest doen. De hele voorstelling lang. Op het podium staan en een boom spelen. Het was moeilijker dan je zou denken, vooral het uithoudingsvermogen (en inlevingsvermogen) werd op de proef gesteld.

Als tussendoortje is dit taalspel goed te spelen met een klas nog niet al te taalvaardige maar wel theatervaardige kinderen. Beeld een zelfstandig naamwoord uit. Een hond. Een boom. Of beeld een gevoel uit. Woede. Verliefdheid. Of een werkwoord. Voetballen. Eten. Zonder te spreken.
De rader krijgt lof, net als de speler. Spelers mogen wisselen. De spelleider moet zelf weten welke rol hij/zij/die wenst te spelen.

Als dit theatrale woordspelletje je te makkelijk is, is er ook een die meer taalvaardigheid en speelvaardigheid vergt.