Blaas die zin op met het taalspel Opblaaszinnen

Blaas die zin op met het taalspel Opblaaszinnen

  • >=2p, >10min, 7+jr, taal, verhalen, zinsbouw

Ballonnen! Er zijn weinig dingen zo leuk als ballonnen. Je kunt uren praten over de geschiedenis en het gebruik van ballonnen. De manier waarop het materiaal dat je ervoor nodig hebt uit de rubberboom wordt getapt, hoe je ervoor zorgt dat rubber houdbaar blijft en niet vervalt tot een kleverige, stinkende blurrie, hoe de eerste speelgoedballon bij toeval is uitgevonden, hoeveel heliumballonnen je vast moet houden voordat je wegvliegt.
Een taalspel met taalballonnen is ook leuk. Waar je bij een ballon lucht toevoegt om een blubbertje rubber tot leven te wekken, voeg je bij dit spel woorden aan een zin toe, totdat die zin te vol is voor woorden.

Hoe werkt het?
Je begint met een mini-zin van een paar woorden, en gaandeweg voeg je steeds meer woorden toe om de zin te vullen en te verfraaien, totdat het einde zoek is. 
Er zijn zeker twee varianten, een met de nadruk op het geheugen, en een met de nadruk op taalelementen.

Het geheugenspel leent zich goed voor het vullen van tijd tijdens een autoritje. Het spel is dan een zeer talige variant op “mijn tante gaat op reis en neemt mee”.
Begin het een korte zin, zoals “De hond eet.” en voeg om de beurt een paar woorden of zinsdelen toe. De geheugentest, zo je wil het wedstrijdelement, zit in de noodzaak om de hele zin steeds goed te reproduceren.
Via “De lieve hond eet een lekkere vis.” en De lieve hond eet een lekkere vis van de kale visboer.” kom je in een paar stappen tot “De lieve hond eet een lekkere vis en goudgele frietjes die gebakken zijn door de dikke vrouw van de kale visboer.”.
Daarmee hoef je er niet te zijn. Aan “de lieve hond eet een lekkere vis en goudgele frietjes die op een achternamiddag gebakken zijn door de dikke vrouw van de kale visboer” kan je met gevoel voor topografie nog “in Twello” toe te voegen. 

In een schoolsetting kan je je meer richten op de vaardigheid met taalelementen. 
Om de beurt kan je iets toevoegen, spontaan of op prompt. Bijvoeglijk naamwoorden, bepalingen van tijd en plaats, zelfstandig naamwoorden, nevengeschikte zinsdelen, al naar gelang je er aanleiding toe ziet of zin in hebt. 
Dezelfde etende hond wordt zo “De harige, hongerige hond eet een gigantische, bedorven gegrilde worst en drinkt een blikje cola van de snackbar op de hoek, waarna hij halsoverkop naar het ziekenhuis moet om zijn maag leeg te laten pompen, omdat hij anders dood zou gaan van ellende.” 
Zo raakt een schoolbord wel vol, en dat is een prima reden om te stoppen. Je kunt ongetwijfeld veel verder gaan. Gabriel García Márquez schreef in zijn boek “honderd jaar eenzaamheid” zinnen van vele bladzijden lang, dus er is ruimte voor groei. 

Al met al, een leuk taalspel, goed voor de training van het geheugen, kennis over zinsbouw, woordvormen en grammatica, en op zijn best ook een stimulans voor verhalenvertellers. 
Speelbaar met velen en weinigen, jong en oud.