Woorden zijn homofoon, als ze hetzelfde klinken maar iets verschillends betekenen, en dat is een fijne eigenschap voor een verhalend taalspel. Lijden klinkt hetzelfde als leiden, en dat schrijft je en klinkt hetzelfde als de stad Leiden. Een rat klinkt net als een rad. Ligt en licht, van hetzelfde laken een pak.
Nog een stel? Fier-vier, paart-paard, bij (dier)- bij (in de buurt), fel-vel, bed-bat (tafeltennis), server-surfer (niet helemaal gelijk-klinkend, maar wel bijna), voortuin-fortuin (idem).
Gerrit Komrij schreef een stuk met een enorme verzameling homofonen (te vinden in Opperlans! van Battus), en Evert Kwok vult er plaatjesrijke scheurkalenders mee. Evert Kwok maakte een tekening van twee types die bedjes gereserveerd dachten te hebben bij het zwembad, maar een paar batjes bleken te krijgen. Handig om mee te pingpongen, niet fijn om op te liggen. En daarmee is het spel ook wel zo’n beetje beschreven. Zoek homofonen, probeer je er een grappige situatie bij voor te stellen, verwoord die in een enkele of een paar zinnen, en maak er een tekening bij.