Plus1zin verhaal (zin + 1 zin +)

Plus1zin verhaal (zin + 1 zin +)

  • >=10p, >15min, 11+jr, taal, verhalen, zinsbouw
zinnen voor in een plus1zin verhaal

Dit taalspel gaat over het schrijven van verhalen.
Er zijn zó véél manieren om verhalen te schrijven. De meeste verhalen schrijf je alleen. Maar dat hoeft niet, je kunt ook met een groep aan een verhaal werken. Dat kan met een strakke regie op karakters, genre, locatie, gebeurtenis of probleem, en verhaallijn. Maar het kan ook anders. Met het taalverhaalspel “plus1zin” geef je het creatieve proces goeddeels uit handen.
Het taalspel begint met een vooraf bedachte eerste, en misschien ook de tweede zin. Daarna moet iedere deelnemer zelf een zin toevoegen. Dat kan in willekeurige volgorde, wie iets weet mag iets roepen, of op volgorde van zitplaats, alfabet, of wat dan ook. Iedereen moet één zin bijdragen. Het eindresultaat moet een goed lopend verhaal zijn, met alle eisen die je daaraan kunt stellen. De spelleider houdt dat in de gaten houden, en treedt desnoods sturend op.

Waar moet je dan zoal op letten? Op alles waar je normaal in een kort verhaal ook op let. Een begin, een midden en een eind. Een enigszins consistente verhaallijn. Een interessant probleem of een pakkende gebeurtenis met een aansprekende hoofdpersoon. Je moet vooral in de gaten houden of er nog wel genoeg zinnen over zijn om het verhaal af te maken.
Het is handig tussendoor het verhaal zoals het tot-dan-toe is even te herhalen, en te bespreken. Dan kan je er meteen eventuele tijdsinconsistenties uithalen (ovt, ott, –t).

Een groep docenten van een basisschool speelden plus1zin. Het doel was een goed verhaal van 26 zinnen, met de volgende eerste twee zinnen: “De zoon van de melkboer stond op straat. Hij had het koud.”
26 Zinnen zijn hier een beetje veel, maar de samenvatting luidde: 
De zoon van de melkboer bleek door de man van zijn moeder op straat gezet te zijn. Een buurman wilde hem wel helpen. De zoon van de melkboer wilde het liefst bij de buurman gaan wonen. Dat leek de buurman geen goed idee. De buurman had namelijk net een nieuwe vriendin, en wilde die niet opzadelen met een kind. Vooral niet, omdat de buurman zelf de melkboer bleek te zijn. 

De deelnemers waren enthousiast. Er heerste tevredenheid over de eigen inbreng, verrassing over andermans inbreng en over de onverwachte wendingen, strijd over wie wat mocht zeggen. En er ging ook nog heel wat verhaaltheorie over tafel. Niks mis mee.