Een internationaal taalspel: OntDutchen & verDutchen
- >=2p, >5min, 15+jr, grammatica, klank, spelling, taal, woorden
Twee kinderboekenschrijvers zaten aan de waterkant, met een kopje muntthee en een taartje, te thinken over een taalspel, te talken over de verengelsing van de Dutche taal.
De tante uit de Verenigde Staten die steeds moest zoeken naar het juiste Nederlandse woord, How do you say that in Dutch, is ingehaald door streetwise oneliners en oneworders, te pas en te onpas interwoven in het reguliere taalgebruik, afgewisseld met wat algemeen understanden woorden uit andere talen.
Was het een situation waar we maar mee moesten copen? Was het een verrijking of een teken van teloorgang, een kwestie van word-povertry? Of was het iets dat is zoals het is, iets dat geuseerd kan worden in een taalgame?
Dat laatste, sûrement, in ieder geval.
De iesiejest manier is een existerende tekst te useren, en te kijken welke words je op een geinige manier kunt exchangen voor iets dat Engels lijkt te zijn.
Nobody zegt dat de spelling en grammatica het originele Engels (of anderstalige) woord moet followen, het gaat om de sound van het woord. Het verDutchen van de uitheemse grammatica voegt zelfs wat toe. Useren is de verdutchte versie van usen.
Werkwoorden zijn fun om te verwisselen. Sorry, exchangeren. Zelfstandig naamwoorden of bijvoeglijk naamwoorden zijn ook spitze. Very zjanzjeerbaar.
De challenge is vooral cool voor de wat oudere humans, zeg 15+’rs met school of streetkennis van talen.
Zit het meesterschap in de beschränkung? Nope. The sky ist die Grenze. Duits, Frans, Mokums, Smibs, hoe meer hoe merriejer, als de tekst maar understandable is.
Geinig om te doen met kleine groepjes, of met z’n tweetjes, ergens aan de waterkant.
Chill out.