De eerste zin uit flink wat woorden
- >=5p, >15min, 10+jr, grammatica, taal, taalfantasie, woorden, zinsbouw
Er is zoiets als koelkastpoëzie. Je hebt een stapel kleine magneetjes waar woorden op staan, en met die woorden maak je zinnen, misschien zelfs mooie poëzie. De woordmagneetjes plak je liefst op een zichtbare plaats ergens in huis (zoals op de koelkast), zodat je geliefde je liefdesdicht ziet, of een andere huisgenoot je perfecte Haiku.
Koelkastpoëzie kan ook zonder die magneetjes te kopen. Als je tijd hebt om te investeren, ga dan zelf aan de slag!
Het kost vooral denktijd, want wat voor woorden heb je allemaal nodig voor een basale taal? Werkwoorden, zelfstandig naamwoorden, bijwoorden, voegwoorden, verwijswoorden, telwoorden, bijvoeglijk naamwoorden, lidwoorden, voorzetsels, persoonlijk voornaamwoorden, woordenwoorden en nog zo wat. Met de bijpassende vervoegingen (enkelvoud, meervoud, werkwoordsvormen, persoonsvormen). Naast de spreiding in grammaticale functie moet je ook voor voldoende spreiding in onderwerpen zorgen. Woorden over vervoer, liefde, dieren, werk, huishouden, vakantie, sport en wat eigenlijk niet.
Met een lijst met een stuk of 600 verschillende woorden (met de dubbelen samen zo’n 2500 stuks) kom je een heel eind.
Print ze op stevig papier, knip ze stuk voor stuk uit, en doe ze in een enveloppe of zak of doosje.
Nu ben je klaar voor koelkastpoëzie, maar dan zonder koelkastmagneetjes.
Met deze woordenzak ben je niet beperkt tot koelkastpoëzie. De woordverzameling is prima te gebruiken voor “de eerste zin”, in meer dan 1 variant.
Kies, zonder te kijken, één voor één een woord, en lees dat woord hardop voor. De eerste deelnemer die van de genoemde woorden een goede zin met meer dan (bijvoorbeeld) vijf woorden weet te maken heeft gewonnen. Kijk niet vreemd op als sommige kinderen hun zinnen zetten op een enkel woord, chagrijnig werden als dat niet komt, en vergeten naar andere mogelijkheden te kijken. De kunst van het loslaten moet hen wellicht nog bijgebracht worden.
De tweede variant speel je door iedereen een willekeurig bergje woorden te geven, met als opdracht er iets moois en taligs van zien te maken. Zonder nadere specificatie van de opdracht leidt dat tot onzin, gewone zinnen en poëzie.
Afhankelijk van je woordenverzameling moet je de regels mogelijk wat verduidelijken of aanpassen. Aanvullende regels voor werkwoordsvervoegingen enkelvoud/meervoud-wisselingen toepassen maken het wat makkelijker.
Stel nou dat je geen 600 woorden wilt verzinnen, en geen 2500 kaartjes wilt maken, dan gaat het ook zonder. Noem vrij willekeurig woorden op van dingen die je ziet of bedenkt. Ook dat leidt tot taal. Misschien wat minder gevarieerd dan met 2.500 uitgeknipte woorden, maar toch. Ook leuk.
En ja, “de eerste zin” heeft zin. Het geeft ruimschoots de gelegenheid te praten over zinsconstructies en grammatica, en oefent de taalfantasie.