Alfabetverhaal
- >=2p, >20min, 10+jr, taal, verhalen
De grens tussen taalspelletjes en creatief schrijfopdrachten is flinterdun, of misschien juist breed maar fluïde, iets met een geleidelijk glijdende schaal. Schrijfopdrachten kunnen speels zijn, spelletjes verhalend.
De speelse schrijfopdracht luidt: Maak een verhaal bestaande uit 26 zinnen, waarbij de zinnen beginnen met de opeenvolgende letters uit het alfabet, beginnende bij de A.
Aby keek zijn tegen tegenstandster diep in de ogen.
Bahia keek onbewogen terug.
Chocola, zou ze voor chocola te porren zijn?
Dat was een idee, praktisch, uitvoerbaar, kansrijk.
Enz. ….
Je snapt het wel. Een eenzame schrijver, werkend op een slecht geventileerde, ijskoude zolderkamer kan er dagen mee zoet zijn. Voor de spelvariant heb je die tijd niet, dan zou het gaan vervelen. Bovendien heb je voor het spel meerdere spelers nodig. Probeer met alle aanwezigen een verhaal te maken, door om de beurt iets toe te voegen.
Onderschat dit spel niet. Het is echt lastig, maar wel interessant.
Wat je ervoor moet kennen is het alfabet. Wat je ervoor moet kunnen is verhalen maken, werken met randvoorwaarden, samenwerken en nog wel wat meer. Een beetje afhankelijk van de spelers, maar te proberen met kinderen vanaf en jaar of tien, en zeker met taalvaardige volwassenen.
Stel dat je van ABC’s houdt, met deze zoekopdracht vind je nog wat taalspellen die het alfabet als basis hebben.
En mocht je deze opdracht overdreven vinden, het kan ook overdrevener. Het boek: het ABC van Candice Phee (geschreven door Barry Jonsberg) bestaat uit 26 hoofdstukken, voor iedere letter 1 hoofdstuk.